Jojanneke Dekens

Creatieve Verwonderaar

  • Welkom
  • CV
  • Kunstprojecten heden
  • Kunstprojecten verleden
  • BIK-projecten heden
  • BIK-projecten verleden
  • Inspirerende kunstenaars
  • plan b – een etalage expositie
  • Winkel
  • Contact

Meld je aan voor mijn nieuwsbrief:

Created by inekevermeulen.nl
  • Afz. J.Dekens

    Deventer, 4-5-2022

    Veltman en van der Vlugt

    – een project van huttenbouwers –

    Tijdens de expositie ‘Refugium’ hebben AnnaKarina en ik samen gewerkt aan een nieuw project. Het thema (Refugium kan een veilige plek betekenen, een sanctuaria om je terug te trekken) sprak bij ons direct aan. Want wij hebben beide in onze jeugd veelal hutten gebouwd, waar we ons konden terugtrekken uit de drukke wereld. Een rustige plek om op adem te komen of heerlijk weg te dromen. Dit gevoel willen we de bezoekers van de expositie ook meegeven.

    Een tafellaken, oude dekbedovertrekken, twee stoelen, een wasrek en wat wasknijpers. Alles wat je nodig hebt om te spelen en een hut te bouwen.

    We vragen het publiek om een eigen hut te bouwen met de aanwezige materialen, een eigen hut of schuilplaats waar je in weg kunt dromen of je even in terug kunt trekken. En om daarna een foto te maken als herinnering aan deze unieke plek en de spullen weer terug te leggen alsof er niets gebeurd is. Waarna iemand anders kan gaan bouwen.

    Op de Instagram pagina ‘veltmanvandervlugt’ zijn alle bouwsels, die gemaakt tijdens de expositie, zichtbaar.  Op deze manier maken we samen in de digitale wereld ook een plek om je terug te trekken of van waaruit je een nieuwe wereld kunt creëren en ontdekken. 

    De expositie is te zien tot en met 26 juni 2022 in de Bergkerk te Deventer. De Bergkerk is dagelijks (behalve maandagen) geopend van 11.00 tot 17.00 uur.

    Wees welkom en bouw jouw eigen hut!

  • Afz. J.Dekens

    Deventer, 8-4-2022

    Kunst kijken, Kunst doen

    De afgelopen dagen kwamen er leerlingen van 4Havo en 5VWO bij het Kunstenlab. Om kunst te bekijken.

    De exposities die er nu zijn, lenen zich uitermate goed om te kijken, maar ook vooral om ermee aan de slag te gaan.

    Deze keer wil ik vooral iets vertellen over het werk van Krijn de Koning, de de leerlingen op het werk reageerden en welke activiteit ze hebben gedaan om nog meer ondergedompeld te worden in het werk.

    Het werk van Krijn gaat uit van een lege (maar nooit een echt neutrale) expositieplek. Per plek, waar hij werk voor maakt, is het de ruimte zelf dat uitgangspunt is voor het werk dat hij gaat maken. Hierdoor ontstaat er altijd een soort gesprek tussen de ruimte zelf en het werk dat er komt te staan. Voor de exposities bij het Kunstenlab heeft hij een grote bestaande ruimte (bouwkeet) de tentoonstellingsruimte ingebracht. Daarna begon het denkwerk: hoe kon de bouwkeet in gesprek gaan met de ruimte om hem heen? Wat heeft het nodig om er een autonoom ruimte-omvattend werk van te maken?

    Het is een ruimte in een ruimte geworden, waarin hoogteverschillen en kleur direct opvallen. Maar bij rustig kijken vallen er allerlei details op. Een kast met vakjes, waarin je stiekem even in kunt kijken. Een paal middenin de ruimte, hoort het bij het werk of bij de ruimte?

    De leerlingen hebben eerst rustig rondgelopen met de vraag: wat valt je op bij dit werk? Genoemd werd ‘kleur’, ‘een doolhof’, ‘je kunt er verstoppertje spelen’. Maar ook dat ze het lastig vonden om precies te snappen wat dan het werk was.

    De helft van de klas kreeg daarna de opdracht om op een plek in de ruimte te staan en proberen zo nauwkeurig mogelijk de plek te omschrijven. De anderen moesten dan proberen (aan de hand van de aanwijzingen), die precieze plek te vinden.

    Heel bijzonder om te zien hoe elke leerlingen een ander soort omschrijving maakt. Kort en bondig, verhalend of zelfs een tekening! Hieronder enkele omschrijvingen van waar je je in de ruimte in de grote tentoonstellingsruimte kunt bevinden. Tot en met 15 mei, dan is de expositie afgelopen.

    ‘stopcontact – blaadje op de muur – geen dak boven je hoofd – rond gaatje in de vloer’

    ‘ik sta bij de zalmroze kleur en dat is ook de enige kleur die ik zie. ik sta bij de ingang van dat gebouw, maar niet in het gebouw zelf. Ik zie links achter mij een meterkast en daar rechts naast een raam in het gebouw’

    ‘ik zie een raam, er hangt een stuk van een rolgordijn bij (niet het gordijn zelf, alleen waar het aanhangt). ik sta op een verhoging. De muur achter mij bestaat uit verticale planken die wit zijn met een beetje grijs. Voor mij is een gang naar buiten. Aan de linkerkant is een muur in een heel licht roze/oranje.’

    ‘ik sta voor een raam. Ik sta in het gebouw. Ik sta tussen de kleuren blauw en zalm. Het raam kan open en ik zie vijf stoelen’

    ‘verhoging – dak boven mijn hoofd – oranje muur – redelijk donker – stopcontact – haakjes’

    ‘geel/groen, rood/roze, bouwkeet, steeg, onder een lamp, in de hoek’

    ‘Best een grote ruimte – veel neon kleuren – kast – geen dak – verf’

    ‘ik sta op de hoek van een lichtroze muur. Links zie ik een klein deel van de bouwkeet (een soort gangetje). Rechts is een geelachtige muur tussen de roze en gele muur loopt een gangetje. Ik sta niet in het kunstwerk zelf, maar ik sta met mijn rug naar een hoek van de buitenmuren (van de witte muren aan de zijkant).’

    ‘open deur met rechts een stopcontact op een verhoging. Direct naast me weer een afdeling. Achter me een rozige muur die doorloopt van buiten naar tegenover die muur na de afdeling een groene muur. Een soort gang.’

    ‘Ik sta naast de bouwkeet. Naast me aan de rechterkant, zie ik een groene muur. Voor me zie ik een bruinige muur en rechtsvoor me een paal. Achter me staat een oudroze muur. Ik kan via twee manieren de bouwkeet in, linksvoor en links achter me.’

    ‘groene muur en blauwe muur – poten met voetstuk – metalen muur zonder verhoging – post it’

    ‘rechts is een paal, voor mij een groene muur, achter mij een oranje/rode muur. Links een donkerblauwe muur. Ik sta hoog’

    ‘kast in een ruimte op verhoging met groene paal in het midden. Achter je een rozige muur en een witte paal links’

    ‘als ik links kijk zie ik een blauwe muur. Ik zie ongeveer 1 meter van deze muur. Achter mij is een groene muur en voor mij is het wittige middengebouw. Aan de rechterkant is een raam met tekst er op. Ik zie nog een klein stukje van een opgehangen papier van Dusseldorf erop als ik naar links kijk. Ik zie ook nog een bord met ‘A placed space’ als ik naar rechtsachter kijk. Ik sta, bijna aan het einde van de groene muur’

  • Afz. J.Dekens

    Deventer, 25-3-2022

    Een gastles op het Saxion

    Afgelopen week mocht ik een gastles verzorgen op de pedagogische afdeling van het Saxion in Deventer. Pabo studenten die de opleiding versneld volgen, zoals ik zelf ook heb gedaan. Zij-instromers, ‘snelle’ leerlingen en omscholers. Allemaal studenten die erg enthousiast en gedreven zijn om meer te leren over het leerkracht-zijn.

    Normaliter geef ik les aan leerlingen van de basisschool, soms coach ik een leerkracht…maar 25 volwassenen toespreken dat doe ik niet zo vaak. Maar ik had me goed voorbereid met een powerpoint (plaatjes bij mijn praatjes) en lesmateriaal waarmee ze aan de slag konden gaan.

    Eerst heb ik over mezelf verteld: wat ik als kunstenaar doe, hoe mijn atelier eruit ziet en aan wat voor kunstprojecten ik werk. Daarna heb ik over kunstprojecten op scholen verteld en hoe de studenten later in de klas op verschillende manieren kunst kunnen (laten) onderwijzen. Tussendoor hebben ze kleine tekenopdrachten gekregen die bepaalde punten in mijn verhaal onderbouwden. En halverwege de les zijn ze zelf aan de slag gegaan met kleine tekenopdrachten die ze later in de klas ook zelf kunnen inzetten (of uitbreiden).

    De groep was enthousiast en alles wat ik wilde zeggen en doen was gelukt: een zeer geslaagde middag. Hopelijk volgen er nog meer!

  • Afz. J.Dekens

    Deventer, 4-3-2022

    Nieuwe workshops

    Deze week zijn de nieuwe workshops op Montessorischool ‘Wij de Wereld’ begonnen. De inspiratie voor de workshops kwam uit de taaldoendoosjes waarmee de leerlingen een taalopdracht creatief kunnen verwerken. In het atelier probeer ik het komende jaar bij een aantal doosjes een uitgebreide workshop-sessie te organiseren voor de midden -en bovenbouw. Waar de vorige keer deze twee bouwen verschillende onderwerpen en opdrachten kregen, heb ik nu besloten dat alle leerlingen met hetzelfde onderwerp aan de slag gaan: de plant.

    Het begint bij de wortels, de stengels/steel en de bladeren. De leerlingen zijn met verschillende materialen aan de slag gegaan om deze verschijningsvormen weer te geven. Monoprints maken met drukinkt, tekenen met pen en inkt en schilderen met aquarelverf. Als inspiratie voor de wortels had ik een filmpje gevonden dat middels een time-laps de groei van wortels liet zien. Daarnaast had ik verschillende plaatjes van stengels/stelen van planten gevonden, uitgeprint en gelamineerd. Ook voor de bladeren heb ik ditzelfde gedaan. De leerlingen van de bovenbouw hebben zich hierdoor laten inspireren en bij verschillende werkstations gewerkt.

    De leerlingen van de middenbouw gaan volgende week dezelfde opdracht krijgen, maar met een kleine wissel van materialen.

  • Afz. J.Dekens

    Deventer, 18-2-2022

    Begrijpen met je handen

    Afgelopen weekend heb ik de tweedaagse cursus ‘begrijpen met je handen’ van ‘Atelier in een koffer’ gevolgd.

    De kern was om jonge kinderen nog beter te leren begeleiden in het creatief werken. De deelnemers van de cursus waren een mix van mensen die op een kinderdagverblijf werkten, kunstenaars, ouders tot leerkrachten. Dit maakte het verfrissend omdat iedereen vanuit een andere professie kwam, maar iedereen hetzelfde wilde leren. De cursus heeft veel praktische inzichten gegeven, verrassende en praktische handvatten en een inkijkje hoe je op een andere, meer basale manier met kinderen creatief aan de slag kunt gaan.

    In de ochtenden was het vooral informatief: inzichten over materiaalgebruik, de woorden die je gebruikt om feedback te geven, je houding naar de kinderen toe. En in de middagen mochten we zelf aan de slag. Materiaalonderzoek, het maken van een sporenboek. Handig en leuk te weten: sporen zijn dat wat kinderen achterlaten als ze aan het onderzoeken zijn. Dit kan een streep in het zand zijn dat een kind trekt met een stok, een veeg met een natte vinger op papier of een krastekening met pen op een plank hout. Tijdens de materiaalonderzoeken kwamen ontzettend veel kleine werkjes die zijn gebundeld tot ons eigen sporenboekje. Onderstaande foto’s geven niet alleen mijn werk weer, maar ook dat van mijn mede-cursisten.

    Met een vol hoofd en vol inspiratie om direct toe te passen in de kunstlessen op de school waar ik werk, terug naar huis. En nu maar goed nadenken of de opleiding tot atelierpedagoog iets voor mij zal zijn. Waar dit weekend een inkijkje was, zal de opleiding een jaar lang een onderdompeling zijn van theorie en praktijk.

  • Afz. J.Dekens

    Deventer, 6-2-2022

    Nieuwe werkwijze in de middenbouw

    Waar je in mijn vorige bericht kon lezen dat ik begonnen was met een nieuwe werkwijze en de bovenbouwleerlingen hiermee al een start hadden gemaakt, zijn nu ook de middenbouwleerlingen hiermee begonnen. Ik heb een taaldoendoosje genomen dat gaat over ‘het klaslokaal’, waarbij je op onderzoek gaat naar het klaslokaal (wat is er te vinden in het klaslokaal en kun je een lijst maken van alles wat je kunt onthouden zonder te kijken?). Deze opdracht heb ik uitgebreid in zes verschillende opdrachten die allemaal te maken hebben met het atelier en daar aan het werk zijn. Met voorwerpen uit het atelier of juist het materiaal om mee aan de slag te gaan.

    De eerste groep ging in het atelier op kleur materiaal verzamelen en hiervan een mooie uitstalling maken.

    de groene verzameling

    De tweede groep heeft een bijzonder voorwerp uitgekozen en geprobeerd deze te omschrijven in woorden. Deze werden dan voorgelezen en door de andere leerlingen geraden. Daarna is het voorwerp nagetekend en op het laatst met aquarelverf ingekleurd. En eerst natuurlijk het schetsen en werken met de waterverf oefenen!

    De derde groep leerlingen had de opdracht om rond te lopen in het atelier en zoveel mogelijk te onthouden wat ze daar zagen. Daarna is er op de gang een lijst gemaakt van alles wat ze nog wisten. In het atelier hebben ze daarna hun favoriete plek getekend. En als ze tijd over hadden, mochten ze deze tekening overtrekken en/of inkleuren met pen, penseel en inkt

    De vierde groep begon met een verzameling bijzondere voorwerpen uit het atelier. Wisten ze waar het voor was? Maar wat zou het nog meer kunnen zijn? In drie verschillende materialen (potlood, houtskool en pen/inkt) hebben ze hun gekozen voorwerp nagetekend en overgetrokken. Daarna hebben ze bedacht wat hun voorwerp zou kunnen zijn en in het materiaal dat zij het fijnste vonden tekenen, hebben ze dat voorwerp een nieuwe bestemming gegeven

    De vijfde groep kreeg een schaar en die gingen ze op drie verschillende manieren tekenen: overtrekken, blind tekenen (niet naar je papier kijken en pen op het papier houden) en ‘gewoon’ tekenen. Op deze manier hebben ze het voorwerp beter bekeken en konden ze op een groot vel de schaar nog beter en gedetailleerder tekenen. Daarna hebben ze geoefend met het mengen van verf (groen met wit en groen met zwart) en al deze kleuren werden op de achtergrond van de schaar aangebracht. Het mengen mocht op het palet of op het papier zelf gebeuren.

    En de zesde en laatste groep heeft stillevens getekend, alsook een begin gemaakt aan portrettekenen. Hoe kun je met houtskool goed schetsen? Hoe breng je schaduw aan zodat het minder plat lijkt? En kun je in een minuut de houding van je medeleerling weergeven?

  • Afz. J.Dekens

    Deventer, 30-1-2022

    Een nieuwe werkwijze

    Vanaf de zomervakantie ben ik werkzaam als kunstdocent op Montessorischool ‘Wij de Wereld’ in Deventer. Elke woensdag mag ik in het atelier met leerlingen workshops aan de slag. De taaldoendoosjes staan elke keer centraal. Dit zijn doosjes die leerlingen kunnen pakken als ze hun ‘basis’werk af hebben. Met zo’n doosje komen ze het atelier in en verwerken een taalopdracht op een creatieve manier. Een erg leuke invalshoek om met leerlingen op een andere manier met taal bezig te zijn en het idee was dat het de leerkrachten ontlast omdat er elke woensdag wat minder leerlingen in de klas aanwezig zijn. Omdat ze in het atelier aan het werk zijn! Jammer genoeg bleek dit niet heel erg goed te werken: er kwamen minder leerlingen dan gedacht en niet wetende wanneer de leerlingen kwamen en met welk taaldoosje, was het voor mij elke keer een verrassing waar ik mee aan de slag kon gaan.

    Ik heb toen besloten om een andere invalshoek uit te proberen. Een taaldoendoosje als inspiratie en alle leerlingen van de midden -of bovenbouw hiermee aan de slag te laten gaan. In groepjes van tien leerlingen komen de leerlingen in het atelier en gaan met verschillende materialen aan de slag. Afgelopen woensdag was de eerste uitprobeerdag en 30 bovenbouwleerlingen zijn aan de slag gegaan met het thema ‘dieren’. Ze kozen twee dieren uit die ze erg interessant vonden en schreven de namen op. Daarna knipten ze de dierennamen in 2-en; sneeuw-uil en schild-pad. Daarna gingen ze de namen husselen en ontstonden er nieuwe namen: sneeuwpad en schilduil, uilpad en sneeuwschild. Na het invullen van allerlei vragen over hun nieuw ontstane dier kwamen ze er steeds meer achter hoe dat dier er dan uit zou kunnen zien. Hoeveel poten heeft het dier? Hoe ziet de huid van het dier eruit? Is het een reptiel, amfibie, vis, vogel of zoogdier, of wellicht een ongewervelde zoals een kwal, worm of slak? Op een schetspapier gingen ze aan de slag om hun dier te gaan tekenen. En net als Rembrandt wel drie neuzen onder elkaar kon tekenen om het nog beter te oefenen, gingen de leerlingen ook aan de slag met de onderdelen van hun dier te bedenken en schetsen.

    Daarna hebben ze het op een groter vel getekend: met houtskool/pastelkrijt of met een kroontjespen en inkt. Alle getekende dieren zijn gelamineerd om op het laatst opgeplakt te worden op een groot vel papier waarop te zien is waar ze leven (land, lucht, onder water).

    Volgende week zijn de andere leerlingen aan de beurt en zij gaan aan de slag met het maken van collages en hun dier schilderen met plakkaatverf.

    Tahgaai (papegaai en cheetah)
    varkhaan (varken en sprinkhaan)
    dolpuin (dolfijn en pinguin)
    olispin (olifant en kruisspin)
    clowneeuw (clownvis en leeuw)