-
Afz. J.Dekens
Deventer, 6-2-2022
Nieuwe werkwijze in de middenbouw
Waar je in mijn vorige bericht kon lezen dat ik begonnen was met een nieuwe werkwijze en de bovenbouwleerlingen hiermee al een start hadden gemaakt, zijn nu ook de middenbouwleerlingen hiermee begonnen. Ik heb een taaldoendoosje genomen dat gaat over ‘het klaslokaal’, waarbij je op onderzoek gaat naar het klaslokaal (wat is er te vinden in het klaslokaal en kun je een lijst maken van alles wat je kunt onthouden zonder te kijken?). Deze opdracht heb ik uitgebreid in zes verschillende opdrachten die allemaal te maken hebben met het atelier en daar aan het werk zijn. Met voorwerpen uit het atelier of juist het materiaal om mee aan de slag te gaan.
De eerste groep ging in het atelier op kleur materiaal verzamelen en hiervan een mooie uitstalling maken.
de groene verzameling De tweede groep heeft een bijzonder voorwerp uitgekozen en geprobeerd deze te omschrijven in woorden. Deze werden dan voorgelezen en door de andere leerlingen geraden. Daarna is het voorwerp nagetekend en op het laatst met aquarelverf ingekleurd. En eerst natuurlijk het schetsen en werken met de waterverf oefenen!
De derde groep leerlingen had de opdracht om rond te lopen in het atelier en zoveel mogelijk te onthouden wat ze daar zagen. Daarna is er op de gang een lijst gemaakt van alles wat ze nog wisten. In het atelier hebben ze daarna hun favoriete plek getekend. En als ze tijd over hadden, mochten ze deze tekening overtrekken en/of inkleuren met pen, penseel en inkt
De vierde groep begon met een verzameling bijzondere voorwerpen uit het atelier. Wisten ze waar het voor was? Maar wat zou het nog meer kunnen zijn? In drie verschillende materialen (potlood, houtskool en pen/inkt) hebben ze hun gekozen voorwerp nagetekend en overgetrokken. Daarna hebben ze bedacht wat hun voorwerp zou kunnen zijn en in het materiaal dat zij het fijnste vonden tekenen, hebben ze dat voorwerp een nieuwe bestemming gegeven
De vijfde groep kreeg een schaar en die gingen ze op drie verschillende manieren tekenen: overtrekken, blind tekenen (niet naar je papier kijken en pen op het papier houden) en ‘gewoon’ tekenen. Op deze manier hebben ze het voorwerp beter bekeken en konden ze op een groot vel de schaar nog beter en gedetailleerder tekenen. Daarna hebben ze geoefend met het mengen van verf (groen met wit en groen met zwart) en al deze kleuren werden op de achtergrond van de schaar aangebracht. Het mengen mocht op het palet of op het papier zelf gebeuren.
En de zesde en laatste groep heeft stillevens getekend, alsook een begin gemaakt aan portrettekenen. Hoe kun je met houtskool goed schetsen? Hoe breng je schaduw aan zodat het minder plat lijkt? En kun je in een minuut de houding van je medeleerling weergeven?